Om te voorzien in de groeiende behoefte van de belangrijke Zaanse handel en industrie aan goede verbindingen met de grote rijkswegen werd in 1846 te Westzaan een commissie gevormd, welke grotendeels uit fabrikanten en kooplieden uit de Zaanstreek bestond. De commissie onderzocht welke kosten het aanleggen van een rijweg van Zaandijk en de Zeedijk te Westzaan tot aan de grote straatweg bij Beverwijk met zich mee zou brengen en hoe men in die kosten kon voorzien. De aanlegkosten van de weg werden begroot op 135.000 gulden. Het benodigde kapitaal werd gedeeltelijk verkregen uit subsidies van de rijks- en provinciale overheid. Het resterende bedrag bestond uit 80 'rentegevende' aandelen van 1000 gulden per stuk en een renteloze lening van 20000 gulden. Ook de gemeentebesturen van Zaandam, Koog aan de Zaan, Zaandijk, Wormerveer, Westzaan, Assendelft, Beverwijk, Velsen en de dijkgraaf en heemraden van de banne Westzaan en Krommenie stelden toelagen in het vooruitzicht als bijdrage voor de rentebetaling van de aandelen van de op te richten maatschappij. Bij KB van 10 maart 1848 nr. 125 werd de concessie tot het aanleggen van de rijweg verleend. Op 1 april 1848 werd de NV Maatschappij van den Zaanlandschen Communicatieweg te Westzaan opgericht door industriëlen, kooplieden en andere invloedrijke inwoners uit de Zaanstreek en directe omgeving met als doel de aanleg en exploitatie van de rijweg. Goedkeuring vond plaats bij KB van 20 april 1848 nr. 60. Op 9 december 1848 werd de rijweg feestelijk geopend. Hij was ruim 13 km lang en liep van de rijksweg Haarlem-Alkmaar, even ten noorden van Beverwijk, over Assendelft naar Westzaan en Zaandijk. Op den duur bleek de maatschappij door geldgebrek niet in staat de exploitatie uit te voeren. Dit leidde ertoe dat op 30 januari 1924 de weg in beheer en onderhoud door de provincie Noord-Holland werd overgenomen. Aan het bestaan van de NV Maatschappij van den Zaanlandschen Communicatieweg kwam uiteindelijk op 6 mei 1924 een einde.