Op 12 mei 1453 begiftigde Philips van Bourgondië het kapittel van Sint Marie in Den Haag met 'de cure der kerk van Den Burch en de daartoe behorende vicarieën', welke incorporatie achtereenvolgens door David van Bourgondië, bisschop van Utrecht (1460), Ghijsbertus de Brederode, aartsdiaken van de Dom (1461) en paus Pius II (1462) werd goedgekeurd. Sindsdien stelde het kapittel een vice-cureit aan, die tegen betaling van een bepaalde pacht, de zielzorg waarnam. De parochie was toegewijd aan paus Sixtus, aan wie later de Heilige Joannes de Doper, als tweede patroonheilige, werd toegevoegd. In het begin van de 16e eeuw telde Den Burg 700 communicanten. Op het feest van Maria Boodschap (25 maart) 1571 hebben de watergeuzen de kerk geplunderd en voor een zeer groot gedeelte verbrand. Zij werd ten behoeve van de hervormde eredienst in dezelfde gothische stijl herbouwd.