De Stichting Waarborginstituut voor de Veenstreek is opgericht in 1953. Het bestuur is geïnstalleerd op 20 maart 1953 door de Directeur-Generaal van de Landbouw. De Plaatselijke adviescommissie bracht advies uit aan de Stichting Waarborginstituut voor de Veenstreek over kredietverleningen aan tuinders. De beslissingen over kredietverleningen werden uiteindelijk door het dagelijks bestuur van het Waarborginstituut genomen. Voor de oprichting van de Stichting Waarborginstituut voor de Veenstreek werd door de - op 5 april 1951 opgerichte - Commissie van advies inzake de toekenning van tuinderscredieten in de Veenstreek voor het gebied Uithoorn en omgeving aan Veense tuinders, die geen redelijk bestaan meer konden vinden in hun bedrijven, hulp verleend door middel van een 'voorlopige regeling'. Deze hield in, dat aan de tuinders voor het aanbrengen van verbeteringen in hun bedrijf borgstellingen werden verleend voor geldleningen, welke de staat voor 50% en de gemeente voor 25% garandeerden, terwijl de Boerenleenbanken - die het geld verstrekten - 25% risico op zich namen. In maart 1953 werd de 'voorlopige regeling' vervangen door een definitieve wijze van werken, gebaseerd op de statuten van het Waarborginstituut voor de Veenstreek. De reeds onder de 'voorlopige regeling' verleende borgstellingen werden overgeboekt naar het Waarborginstituut.