Op grond van de Bioscoopwet 1926 tot bestrijding van de zedelijke en maatschappelijke gevaren van de bioscoop is in 1928 in Beverwijk een Plaatselijke commissie van toezicht op de bioscopen ingesteld. De leden van deze commissie werden benoemd door het College van Burgemeester en Wethouders. De Bioscoopwet verbond het geven van openbare bioscoopvoorstellingen aan een vergunning van het College van Burgemeester en Wethouders. De commissie had als belangrijkste taak het controleren van het naleven van de bepalingen van de Bioscoopwet in de bioscopen. Daarnaast vervulde zij een adviserende rol voor het College van Burgemeester en Wethouders. De commissie is waarschijnlijk in 1977 opgeheven. Op 5 juli 1977 was namelijk de Wet op de filmvertoningen in werking getreden, tegelijkertijd werd de tot dan van kracht zijnde Bioscoopwet ingetrokken. De nieuwe Wet op de filmvertoningen kende een dergelijke commissie niet meer, zodat de door deze commissie uit te voeren werkzaamheden kwamen te vervallen.