Ingevolge bepalingen in de Bioscoopwet 1928 werd met ingang van 1 maart 1928 de door de burgemeester van Zandvoort ingestelde Bioscoopcommissie opgeheven. Daarvoor in de plaats kwam de Plaatselijke commissie van toezicht op de bioscopen, als bedoeld in artikel 18 van de Bioscoopwet, waarvan de leden benoemd werden door het College van Burgemeester en Wethouders. De commissie werd ook wel Plaatselijke Bioscoopcommissie genoemd. De commissie bestond uit ten hoogste zeven leden van 25 jaar of ouder. Bij het Filmbesluit 1941 werd de commissie opgeheven. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg, met de inwerkingtreding van het Besluit bezettingsmaatregelen, het desbetreffende artikel 18 van de Bioscoopwet weer rechtskracht en werd de commissie op 7 mei 1946 weer ingesteld. De commissieleden werden op 20 juni daaropvolgend beëdigd. Op 19 oktober 1966 hield de commissie op te bestaan, omdat in de gemeente niet meer regelmatig openbare bioscoopvoorstellingen werden gegeven.