De Poelpolder, die voor 1580 gesticht werd, kreeg in 1859 een Bijzonder Reglement van bestuur. Reeds in 1845 echter had het toenmalige bestuur, samen met de bestuurscolleges van de Romolen-, Veer-, Waarder- en Zuiderpolder, besloten voor al deze polders geldend reglement op te stellen, omdat ze alle in Haarlemmerliede en Spaarnwoude en voor een klein deel in Haarlem gelegen waren. Elke polder had echter wel een eigen bestuur en ook in bemaling was er geen samenwerking. De polder had een oppervlakte van ruim 135 ha. De bemaling geschiedde vanouds door een schepradmolen, staande aan het Haarlemmermeer, na de drooglegging aan de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. In 1911 werd de molen omgebouwd tot een gemaal met 22 pk ruwoliemotor voorzien van een centrifugaalpomp. In 1935 werd een elektromotor aangeschaft. Hierdoor kwam de polder in moeilijkheden toen tijdens de Tweede Wereldoorlog de stroomtoevoer werd stilgelegd. De Vijfhuizerpolder, die nog een windmolen bezat, nam van 1941 tot 1945 de bemaling over. Met ingang van 1 augustus 1968 werd de Poelpolder opgeheven. De taken gingen over op de gemeente Haarlem.