De Provinciale Financiële Commissie was belast met de zorg voor de financiën van de kerkprovincie, dat wil zeggen de kerkvergadering en haar organen van bijstand. De commissie telde drie leden die werden benoemd door de kerkvergadering voor een periode van vijf jaar. De commissie moest de begroting van de kerkvergadering en haar organen van bijstand opstellen en de begrotingen en jaarrekeningen van alle rechtspersonen (stichtingen bijvoorbeeld), die ten behoeve van de provinciale kerkelijke arbeid in het leven waren geroepen, beoordelen. Ook was zij belast met de zorg en het beheer van het provinciaal bureau. De dagelijkse leiding van het bureau was in handen van de chef de bureau, die ook de begrotingen en jaarrekeningen van de kerkvergadering en de organen van bijstand opstelde.