In 1956 trad de Gezondheidswet in werking. Deze wet beoogde de gezondheidstoestand van de bevolking op niveau te brengen (en te houden). De wettelijke organisatorische basis hiervoor stond in de Gezondheidswet omschreven. Het was de bedoeling dat overheid en particulier initiatief zouden samenwerken om de uitvoering van de volksgezondheid te bevorderen. Hiervoor werden ondermeer overlegorganen, zoals de provinciale raden voor de volksgezondheid, in het leven geroepen. De taken van deze raden zijn in artikel 47 van de Gezondheidswet omschreven: het stimuleren van de gezondheidszorg in de provincie; het bevorderen van de coördinatie van de werkzaamheden op het gebied van de gezondheidszorg; het uitbrengen van adviezen ten behoeve van de gezondheidszorg; het samenwerken met andere raden en het bevorderen van werkzaamheden ten behoeve van een doelmatig stelsel van voorzieningen voor de gezondheidszorg in de provincie. In de loop van de tijd kregen provincies een nog groter takenpakket op het vlak van de gezondheidszorg. De raden kregen daardoor steeds meer werkzaamheden. De Provinciale Raad voor de Volksgezondheid in Noord-Holland (PRV) is ingesteld bij besluit van de Provinciale Staten van Noord-Holland van 26 januari 1960, nr. IXa. De raad is officieel geïnstalleerd op 24 juni 1960. De PRV verstrekte, gevraagd en ongevraagd, schriftelijke adviezen aan het Provinciaal Bestuur van Noord-Holland. Ook adviseerde de raad andere bestuurslagen, (samenwerkende) instellingen, belangenorganisaties, financiers en subsidieverstrekkers enz. Verder publiceerde de raad onderzoeksrapporten en gaf informatie over tal van zaken, die te maken hadden met de gezondheid en het welzijn van (delen van) de bevolking in de provincie. In 1991 werd de PRV opgeheven. Alle adviestaken, die tot voor kort in de provincie op het gebied van volksgezondheid en welzijn werden uitgevoerd, werden verenigd in de Noordhollandse Raad voor Volksgezondheid en Welzijn (NRVW) te Haarlem.