De Raadscommissie van bijstand in het beheer van openbare werken is ingesteld bij raadsbesluit op voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders. Aan het eind van 1950 veranderde de naam in Raadscommissie voor openbare werken. Het was een vaste raadscommissie. Alleen leden van de gemeenteraad konden lid van de commissie zijn. Aan de commissie werd geen besturende bevoegdheid toegekend; die bleef bij het College van Burgemeester en Wethouders berusten. De taak van de commissie, welke uit specialisten uit de diverse fracties bestond, was om voorstellen van het College van Burgemeester en Wethouders te toetsen alvorens zij behandeld werden in de raadsvergadering. De taak was dus veelal beperkt tot het geven van advies aan het genoemd college.