Na de inlijving van ons land bij Frankrijk werden de eeuwenoude plaatselijke schepenbanken (baljuw of schout en schepenen) vervangen door nieuwe rechtbanken. Ook in Hoorn werd een Rechtbank van eerste aanleg opgericht. Bij keizerlijk decreet van 21 oktober 1811 werd een definitieve indeling vastgesteld. Hierbij was het tegenwoordige Noord-Holland verdeeld in vier arrondissementen: Amsterdam, Haarlem, Hoorn en Alkmaar. Uitgaande van de indeling van 21 oktober 1811, ressorteerden onder het arrondissement Hoorn: de kantons Medemblik, Enkhuizen, Grootebroek, Hoorn, Edam, Purmerend en Monnickendam. In 1838 werd de Rechtbank van eerste aanleg vervangen door de Arrondissementsrechtbank te Hoorn.