In januari 1812 is in Haarlem een Rechtbank van koophandel ingesteld. Zij was samengesteld uit een president met een aantal leden, deze werden gekozen uit notabele kooplieden. De rechtbanken van koophandel namen kennis van alle geschillen tussen handelaars, kooplieden en bankiers, van geschillen tussen alle personen daden van kooplieden betreffend en van faillissementen van zakenlieden. Appel was mogelijk op het Hooggerechtshof bij een hoofdsom boven 1000 francs. Voor de periode maart 1811-januari 1812 was de Rechtbank van eerste aanleg te Haarlem in zaken van koophandel bevoegd.