In 1896 richtte de afdeling Aalsmeer van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde een verzoek aan de minister van Binnenlandse Zaken om de instelling van een Rijks Tuinbouw School in Aalsmeer, waarop in 1897 goedkeuring werd verleend voor de oprichting van een Rijks Tuinbouw Winter School. Als directeur werd benoemd de heer J.G. Hazeloop. De eerste lessen werden gegeven op 2 oktober 1897 in een lokaal van de lagere school aan de Uiterweg. Op 12 september 1899 werd een nieuw schoolgebouw betrokken aan de Stationsweg. Directeur Hazeloop werd in 1903 vervangen door ir. P. de Vries. Op 2 februari 1905 werd de Vereniging van leerlingen en oud-leerlingen (Volta) opgericht. In de leiding van de school kwam per 1 september 1925 opnieuw verandering, toen de heer De Vries werd opgevolgd door ir. C. Koeman. Vanaf de cursus 1930-1931 was de school geen winterschool meer, maar kreeg de naam Rijks Tuinbouw School voor bloementeelt. Tot 1950 werd aan de school een tweejarige cursus gegeven, met een voorbereidende klas voor leerlingen met uitsluitend een lagere schoolopleiding. Vanaf 1950 werd met een volwaardige driejarige cursus begonnen. In 1957 vond een uitbreiding van het onderwijs plaats door het instellen van praktijklessen. Mede op aandrang van het bedrijfsleven, maar ook onder invloed van het doorstroomidee, werd wederom een tweejarige cursus ingesteld. Onder invloed van de Mammoetwet in 1971, werd het aantal lesuren in vreemde talen, natuurkunde en teelt iets ingekrompen ten gunste van de vakken Nederlands en maatschappijleer. In het gebouw aan de Stationsweg zetelden naast de school ook het Proefstation en het Rijkstuinbouwconsulentschap. Reeds in 1947 werd dan ook voor het eerst over 'nieuwbouw' gesproken. Het duurde echter tot december 1964 voor het nieuwe schoolgebouw aan de Linnaeuslaan kon worden betrokken. In november 1972 werd het 75-jarig bestaan van de school gevierd.