Overzicht relaties

Rijkstoezicht op de werken van de Amsterdamsche Kanaalmaatsc...

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1865
Einddatum
1883
Plaatsen
Den Haag
Geschiedenis

Bij beschikking van de minister van Binnenlandse Zaken van 9 april 1865 nr. 9, 3e afdeling A werden F.W. Conrad, inspecteur van de Waterstaat, en J.F. Boogaard, referendaris bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, belast met het toezicht op de werken van de Amsterdamsche Kanaalmaatschappij. Dit toezicht was een uitvloeisel van artikel 10 van de voorwaarden van de concessie "tot het maken en exploiteren van een kanaal ter verbinding van de Noord- en Zuiderzee ..." (Artikel 10 van de concessie van 7/10 december 1861 luidde: "Op de behoorlijke uitvoering der werken, zoowel van eersten aanleg als van onderhoud, wordt ... van Regerings wege toezigt gehouden op zoodanige wijze, als door den Minister van Binnenlandsche Zaken zal worden bepaald.") F.W. Conrad, die zijn loopbaan afsloot als hoofdingenieur van de Waterstaat, werd na zijn overlijden in 1870 opgevolgd door jhr. J.R.T. Ortt, hoofdingenieur van de Waterstaat in Noord-Holland. Met ingang van 1 april 1874 werd hij opgevolgd door J.F.W. Conrad, hoofdingenieur van de Waterstaat in Noord-Holland, later inspecteur van de Waterstaat. J.F. Boogaard, later secretaris-generaal van het ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid, werd omstreeks 1880 opgevolgd door de rijkscommissaris bij de Amsterdamsche Kanaalmaatschappij, mr. M.H. 's Jacob. Bij de wet van 19 december 1882 (Staatsblad 231) werd het Noordzeekanaal c.a. aan de Staat der Nederlanden overgedragen. Met het technisch beheer van het kanaal werd de hoofdingenieur van de Rijkswaterstaat in Noord-Holland belast.

Beheer
Identificatiecode van de instelling
Noord-Hollands Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/678d9ffa-117e-458f-ac79-8c9242bc1c58