De Romolenpolder, die ook wel Roode-molenpolder genoemd werd, was gelegen in de gemeenten Haarlem en Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Hij werd vermoedelijk al gesticht op 5 oktober 1456. Voor zover is na te gaan werd de polder voordat hij een eigen Reglement kreeg bestuurd door drie poldermeesters, die elk jaar opnieuw werden gekozen: een op voordracht van de poldermeesters, door burgemeester en regeerders van Haarlem en een op dezelfde wijze door schout en schepenen van Haarlemmerliede; de derde kozen de poldermeesters zelf. De jaarlijkse rekening werd door de schout van Haarlemmerliede en door de poldermeesters opgemaakt. Uit niets blijkt dat de laatsten verantwoording schuldig waren aan het bestuur van Haarlem of Haarlemmerliede; het tegendeel blijkt echter evenmin. In 1845 werd voor de Romolenpolder en voor de Poel-, Veer-, Waarder- en Zuiderpolder een gezamenlijk reglement annex keur gemaakt. In de bemaling en bestuur was er geen samenwerking. In 1859 kreeg de Romolenpolder een eigen Bijzonder Reglement. De grenzen werden hierin uitgebreid beschreven, evenals in het gewijzigde Reglement van 1933. Verder werd er bepaald dat het dagelijks bestuur zou bestaan uit drie leden van wie er een tevens voorzitter was en die, steeds voor drie jaar, door en uit de stemgerechtigde ingelanden werd gekozen. Na de opheffing van de Romolenpolder op 1 augustus 1968, nam de gemeente Haarlem de taken over.