In 1923 werd in Amsterdam de eerste Nederlandse Rotaryclub geïnstalleerd. Haarlem volgde in 1926 en was daarmee de vijfde club in Nederland. Inmiddels (in 2001) zijn er 424 Rotaryclubs in Nederland. Rotary vindt haar oorsprong in een club, in 1905 door Paul Harris (1868-1947) in Chicago gesticht, welke wekelijks, bij toerbeurt (in rotation), bij een van de leden vergaderde en waarin ieder lid een verschillend bedrijf of beroep vertegenwoordigde. Het doel was de zaken- en beroepsmoraal te verbeteren en ten dienste van de gemeenschap werkzaam te zijn. Het is een serviceclub waarvan men slechts op uitnodiging lid kan worden. Rotary tracht het doel te bereiken door het beter leren kennen van anderen als een gelegenheid tot dienen (club service), door het toepassen van ethisch hoogstaande beginselen in het zaken- en beroepsleven (vocational service). Daarnaast door persoonlijk, maatschappelijk en zakelijk dienend werkzaam te zijn (community service) en door het in internationaal verband streven naar wederzijds begrip, verdraagzaamheid en vrede zonder te letten op godsdienstige of politieke overtuiging (international service). Met het oog op dit laatste wordt veel aandacht aan de jeugd geschonken door jaarlijks studiebeurzen te verlenen en jongeren uit diverse landen uit te wisselen. Een belangrijk facet van de vocational service is het houden van een beroepspraatje. Daarin wordt onder andere het beroep geschetst. Een tweede spreekbeurt van een nieuw lid is zijn levensbericht, waarin hij in een vertrouwelijke omgeving vertelt over zijn herkomst, opleiding, maatschappelijke, politieke en kerkelijke belangstelling, hobby's enz. Van een levensbericht wordt geen verslag gemaakt. In 1990 is de Rotaryclub Haarlem opengesteld voor vrouwen. Het duurde tot 1995 voor de eerste vrouw over de drempel was. Zie ook J.J. Temminck, '75 jaar Rotaryclub Haarlem', Haarlem 2001. Deze publicatie bevat een lijst van leden, 1926-2000.