Overzicht relaties

Schippersgilde te Haarlem

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Identiteit
Andere namen
Groot-Schippersgilde te Haarlem
Provisionele Commissarissen van het ontbonden Schippersgilde te Haarlem
Binnenlandsvaardersgilde te Haarlem
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1541
Einddatum
1810
Plaatsen
Haarlem
Geschiedenis

In het (Groot-)Schippersgilde of Binnenlandsvaardersgilde waren oorspronkelijk alleen die schippers opgenomen, die op hun schepen overnachtten, dus niet de beurt- of veerschippers, die Klein-Schippersgilden vormden. De schippers hadden in de Grote Kerk een altaar, gewijd aan de H. Christoffel, aan pilaar XI, aan de zuidzijde van het Lage Koor. Op 4 februari 1588 werd een ampliatie gegeven op de keur voor het Groot-Schippersgilde van 20 juli 1579. Op 20 februari 1590 is de keur hernieuwd en op 24 januari 1595 aangevuld. Wederom is de keur hernieuwd op 22 oktober 1610, welke keur in de loop van de 17e eeuw herhaaldelijk is aangevuld en verbeterd, o.a. door opneming van verschillende beurtschippers (op Middelburg, Rotterdam, Antwerpen en Dordrecht) in het gilde. Op 27 juni 1750 (K en O, II, 221) is wederom een nieuwe ordonnantie gemaakt; het bestuur werd gevormd door een boekhouder, een deken en drie vinders. De beurtschippers zijn dan allen in het gilde opgenomen, al bleven die van de veren op Amsterdam en Leiden ook Klein-Schippersgilden vormen.

Beheer
Identificatiecode van de instelling
Noord-Hollands Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/cf31d7cc-19aa-43f2-892d-af414b564e8f