Volgens de statuten van 1951:
De Stichting stelt zich ten doel in de geest van het door de Verenigde Naties aanvaarde programma tot hulpverlening aan landen, die een versnelde ontwikkeling doormaken,
a. met medewerking van alle daartoe in aanmerking komende wetenschappelijke instellingen hoger onderwijs in de landbouw te doen geven aan buitenlandse en Nederlandse studenten met landbouwkundige vooropleiding, welk onderwijs in het bijzonder betrekking zal hebben op op land-, tuin- en bosbouw in de tropische en subtropische gebieden;
b. de bij haar ingeschreven studenten behulpzaam te zijn in het bijzonder bij eigen studie van onderwerpen van landbouwwetenschap en hen in staat te stellen door excursies hun algemene en landbouwkundige kennis te verruimen;
c. studiën over landbouwkundige onderwerpen, van betekenis voor de tropen en sub-tropen, zowel in Europa als elders te bevorderen en in het algemeen alles te doen om de toepassing der landbouwwetenschap in de tropen en sub-tropen te bevorderen;
Volgens de statuten van 1957:
a. de bevordering van de mogelijkheden voor buitenlanders om in Nederland een landbouwkundige opleiding, scholing of training op middelbaar of hoger niveau te genieten;
b. de bevordering van de uitwisseling, speciaal op internationaal niveau, van kennis op het gebied van landbouw.
Dit kon worden bereikt door onder andere:
1. het organiseren van applicatiecursussen voor buitenlanders, ten doel hebbende aansluiting te geven op het bestaande hoger landbouwonderwijs in Nederland;
2. het, met inachtneming van de bestaande regelingen en met medewerking van daarvoor in aanmerking komende instellingen aan buitenlanders doen geven van middelbaar en hoger landbouwonderwijs;
3. het verlenen van bemiddeling en hulp aan en het opstellen van studie- en reisprogramma's voor buitenlanders die in Nederland op het gebied van de landbouw in het algemeen zich willen oriënteren of speciale studies of onderzoekingen op landbouwgebied willen verrichten;
4. het organiseren van internationale bijeenkomsten in verschillende vormen op het gebied van landbouw;
5. het verlenen van hup bij door andere landbouwkundige instellingen in Wageningen te organiseren internationale bijeenkomsten;
6. het regelen van de ontvangst van buitenlanders en het treffen van maatregelen voor hun welzijn voor de duur van hun studie of onderzoekingen;
7. het beheren van een congresgebouw annex logeergelegenheid.
In het jaarverslag over 1965 werden de taken als volgt beschreven:
- het voor uitzending naar ontwikkelingslanden voordragen van Nederlandse landbouwdeskundigen;
- het beheren van de "pool" van landbouwdeskundigen;
- het beoordelen, voorbereiden en begeleiden van agrarische projecten ten behoeve van de economische ontwikkeling van minder ontwikkelde landen;
- het regelen en samenstellen van studie-, opleidings- en specialisatieprogramma's in Nederland voor buitenlanders;
- het regelen van de ontvangst van buitenlandse landbouwdeskundigen en het treffen van maatregelen voor hun welzijn voor de duur van hun verblijf in Nederland;
- het organiseren van internationale bijeenkomsten;
- het bijstaan van Nederlandse instellingen met betrekking tot het technische hulpwerk;
- het geven van voorlichting over de programma's van technische hulp.
Verzorgen van onderwijs en training voor staf uit ontwikkelingslanden;
Adviseren over projecten , programma's en beleid op het gebied van landbouw- en plattelandsontwikkeling;
Kennis en informatiemanagement.