De Stichting Koningin Wilhelmina Fonds werd op 14 maart 1949 opgericht om het nationale geschenk te beheren dat bijeen werd gebracht naar aanleiding van de viering van het gouden regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina in 1948. Hare Majesteit had besloten dit geld te bestemmen voor de bestrijding van kanker. Het doel van de stichting was de bestrijding van kanker te bevorderen door onder meer: de belangstelling van het Nederlandse volk en van de overheid voor de kankerbestrijding te bevorderen en haar medewerking te verlenen aan de uitbouw van de kankerbestrijding in Nederland; financiële steun te verlenen aan instellingen, organisaties of personen, die zich, hetzij met het onderzoek naar de oorzaken, hetzij met de daadwerkelijke bestrijding van kanker bezighouden. In 1949 werd de Commissie van Advies ingesteld om het bestuur te adviseren over het verlenen van subsidies. Deze leden hadden ook zitting in de door de regering ingestelde Centrale Commissie voor de Kankerbestrijding. Deze commissie had als taak het opstellen van een algemeen plan voor de bestrijding van kanker in Nederland. Dit plan kwam in 1953 gereed en behelsde de oprichting van een aantal universitaire en regionale kankercentra, verspreid door heel Nederland. De bedoeling was te komen tot de oprichting van een organisatie, die deze kankercentra zou moeten overkoepelen en die dus de taak van de Centrale Commissie zou overnemen. Op 26 mei 1953 werd de stichtingsakte verleden van de Stichting Landelijke Organisatie voor de Kankerbestrijding. De Stichting Koningin Wilhelmina Fonds werd sindsdien zowel door de Commissie van Advies als door de Stichting Landelijke Organisatie voor de Kankerbestrijding geadviseerd bij het verlenen van subsidies. In de loop van de tijd raakten de doelstelling en taakuitvoering van het Koningin Wilhelmina Fonds en de Stichting Landelijke Organisatie voor de Kankerbestrijding steeds meer verweven. Dit leidde uiteindelijk tot een fusie per 1 januari 1968.