In 1995 is de Stichting Participatiefonds opgericht door de sociale partners in het onderwijs. Het bestuur van de Stichting Participatiefonds bestaat uit 9 leden: 4 leden zijn benoemd op voordracht van de werknemersorganisaties uit het onderwijs, 4 leden zijn benoemd op voordracht van de PO-raad, plus een onafhankelijk voorzitter. Alle scholen in het primair onderwijs zijn (bij wet) verplicht aangesloten bij het Participatiefonds. Doelstellingen van het ParticipatiefondsHet Participatiefonds is verantwoordelijk voor het beheren en terugdringen van de werkloosheidsuitgaven in het primair onderwijs.Het Participatiefonds betaalt de uitkeringskosten van werkloos onderwijspersoneel, onder de voorwaarde dat een schoolbestuur kan aantonen dat hij zich voldoende heeft ingespannen om ontslag van een personeelslid te vermijden en, voor zover mogelijk, een goed alternatief heeft geboden (binnen de school, of daarbuiten). Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor de door hen veroorzaakte werkloosheidskosten, tenzij het Participatiefonds die kosten vergoedt. Om deze voorwaarden te toetsen heeft het Participatiefonds de Instroomtoets (www.instroomtoets.nl) ontwikkeld. Daarmee wordt bepaald of de werkloosheidskosten die voortvloeien uit een ontslag, voor rekening zijn van het schoolbestuur of voor het fonds.Het Participatiefonds ondersteunt daarnaast scholen bij het opzetten van hun personeels- en mobiliteitsbeleid. Een goed beleid op dit punt vormt de basis voor een prettige werkomgeving voor het personeel, bevordert de kwaliteit van het onderwijs en kan mogelijk ontslagen voorkomen.Het fonds zet zich ook in voor individuele medewerkers die werkloos zijn of worden, onder andere met trainingen en cursussen en via de Onderwijsvacaturebank (www.onderwijsvacaturebank.nl).