Het Tekencollege, sinds 1902 Tekengenootschap Kunst Zij Ons Doel (KZOD), werd opgericht op 1 september 1821 na afscheiding van het Tekencollege Kunstmin en Vlijt met als doel de beoefening van de teken- en schilderkunst door het werken naar levend model, het houden van lezingen en kunstbeschouwingen en andere evenementen, zoals tentoonstellingen. De leden werden onderscheiden in werkende -, kunstlievende - en ereleden. Werkende leden dienden een verzoek in om toegelaten te worden bij het bestuur. Over hun toelating werd gestemd door de ledenvergadering. Zij verkregen het recht om naar model te tekenen, kregen toegang tot alle kunstbeschouwingen, stemrecht in de ledenvergaderingen en recht van inzending van werk op de kunstbeschouwingen. Kunstlievende leden ontvingen recht van toegang op alle kunstbeschouwingen en werden door het bestuur benoemd. De ereleden verkregen dezelfde rechten als de kunstlievende leden maar betaalden geen contributie. Tweemaal per week werd er een tekenavond gehouden in een zaal van het Waaggebouw. Op de tekenavonden werkten beroemde kunstenaars, zoals Mauve, Gabriƫl en De Haas. Andere activiteiten waren een jaarlijkse verloting van kunstwerken onder kunstlievende leden en jubileumtentoonstellingen ter gelegenheid van gedenkdagen van leden-kunstenaars. Na de Eerste Wereldoorlog was er in het genootschap een streven naar vernieuwing en uitbreiding van de activiteiten. Het oorspronkelijke tekencollege werd meer schildersvereniging en trad meer dan voorheen naar buiten met tentoonstellingen. KZOD ontwikkelde zich in de loop van de tijd van een tekencollege van louter schilders tot een algemene kunstenaarsvereniging waar naast beeldhouwers ook bijv. sierkunstenaars, typografen, glaskunstenaars en architecten in zetelden. De vereniging heeft nooit aanhangers van andere kunstdisciplines in zijn midden opgenomen. Aan het einde van de 20e eeuw ontwikkelde Kunst Zij Ons Doel zich meer en meer tot een beroepsvereniging.