De Tweede Afdeling had taken omtrent:
- uitvoering van de Jachtwet 1923, de Vogelwet 1912, Nuttige Dierenwet 1914, Mollen-, Egels –en Kikvorschenwet, Plantenziektenwet, Meeldauwwet 1912, Aardappelwet, bepalingen tot wering van voor planten schadelijke dieren en van plantenziekten bij in –en doorvoer van droge bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, druifluisbepalingen, wet ter bestrijding van bedrog in de handel in meststoffen, zaaizaden en veevoeder;
- Binnenlandse landbouw economische voorlichting;
- dienst van de bedrijfsconsulenten;
- voor de druk gereedmaken, uitgeven en verspreiden van alle van de Directie van de Landbouw uitgaande publicaties;
- zorg voor de landbouwstatistiek, met name het verzamelen van de gegevens voor en het samenstellen van het Verslag over de Landbouw;
- verzamelen, verwerken en publiceren van gegevens omtrent de toestand van de oogst in het binnenland;
- dienst voor de kleine boerenbedrijven.[2]