Toen in de jaren voor 1969 de gedachte opkwam om in Overijssel een afzonderlijk varkensproefbedrijf te stichten bestond er op het regionale onderzoekscentrum voor de veehouderij te Heino (Overijssel) al een zogenaamde selectiemesterij. Het doel daarvan was
de verbetering van het Nederlandse Landvarken. Niet alleen de verbetering van het varken zelf, ook aan de huisvesting en voeding van het varken kon nog het een en ander verbeterd worden. In diezelfde periode begon de varkenshouderij in Overijssel zich uit te breiden. In
eerste instantie werd er gedacht aan de oprichting van een varkensproefbedrijf voor de provincie Overijssel, maar al snel werd het hele oosten van het land bij de plannen betrokken.
Op nationaal niveau dacht men aan de oprichting van vier proefbedrijven voor de varkenshouderij. Uiteindelijk werden er slechts twee opgericht. In de eerste plaats werd in 1969 een varkensproefbedrijf voor het noorden en oosten van het land opgericht. Dit
proefbedrijf werd gevestigd in Raalte. In 1970 kwam daar in Sterksel een tweede varkensproefbedrijf bij, bedoeld voor het zuiden en westen. Wat onderzoek betrof richtte het proefbedrijf in Raalte zich voornamelijk op voeding, terwijl het proefbedrijf in Sterksel zich meer op huisvesting concentreerde.
Het proefbedrijf in Raalte was het eigendom van een vereniging, dat in het leven geroepen werd door de landbouworganisaties in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland en de IJsselmeerpolders. De voorzitter van het bestuur van de
vereniging was een praktisch varkenshouder, het secretariaat werd vervuld door de consulent varkenshouderij van de provincie Overijssel. De kosten van het praktijkonderzoek, dat werd verricht op het proefbedrijf in Raalte, werden gedeeld door het bedrijfsleven en de overheid.
Op het varkensproefbedrijf in Raalte werd onderzoek gedaan naar de meest doelmatige en efficiënte productie onder praktijkomstandigheden. Het bedrijf in Raalte hield zich dus niet bezig met fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Het praktijkonderzoek werd begeleid
door een proevencommissie. Deze commissie bestond uit praktische varkenshouders, landbouwkundige ingenieurs, een dierenarts en technische voorlichters. Deze proevencommissie stelde ook de verslagen van het onderzoek vast.
Vanaf 1987 werd het praktijkonderzoek in de varkenshouderij versterkt door de opening van het Proefstation voor de Varkenshouderij in Rosmalen. Er bestond, behalve met het proefbedrijf in Sterksel, ook een nauwe samenwerking met het Proefstation in Rosmalen. Het
onderzoek werd gecoördineerd vanuit het Proefstation in Rosmalen. Er werden proefplannen en een begroting opgericht voor de drie bedrijven. Ook de publicaties werden door de drie bedrijven gezamenlijk uitgegeven.
Het varkensproefbedrijf in Raalte is in 2009 gesloten.