In 1927 werd de Vrijzinnig Lutherse Kring opgericht met het doel om een nauwere aaneensluiting van de vrijzinnige leden van de Evangelisch Lutherse Gemeente Haarlem te bewerkstelligen en hun geestelijke ontwikkeling te bevorderen. De activiteiten van de kring waren geheel gericht op het organiseren van bijeenkomsten, zgn. kringavonden, op cultureel en religieus gebied. De bijeenkomsten hadden als voordeel dat de leden elkaar op vaste tijden konden ontmoeten; zij konden zodoende de onderlinge band versterken. In 1928 sloot de kring zich aan bij de Algemene Vereniging van Vrijzinnige Luthersen. De kring telde in 1927/1928 116 leden en begunstigers. Door de perikelen rondom het beroepen van een rechtzinnige predikant in de overwegend vrijzinnige gemeente in 1931, zag de kring zich gesterkt in het hooghouden van de vrijzinnige beginselen. Deze periode kenmerkte zich door een groeiend aantal leden en begunstigers van 122 in 1929, 160 in 1930 tot 172 in 1932. Vanaf het midden van de jaren dertig zag de kring het aantal leden en begunstigers alleen maar dalen. Dit zou kunnen samenhangen met het feit dat na de intrede van een rechtzinnig predikant, de recht- en vrijzinnigen gelijkberechtigd waren. Bovendien groeide de samenwerking tussen recht- en vrijzinnige lutheranen. Ook was er sprake van een toenemende interesse voor de oecumene. In 1972 leek het voortbestaan van de kring een onmogelijkheid, gelet op de geringe belangstelling van de leden en het ontbreken van de nodige geldmiddelen. Naast de vergrijzing van de leden speelde ook het ontbreken van jongeren, met belangstelling voor het doel van de kring, een rol. Het was bovendien niet mogelijk om sprekers uit te nodigen om de bijeenkomsten zinvol te vullen, daar deze daarvoor bedragen vroegen die door de kring niet konden worden opgebracht. Het bestuur besloot tot opheffing van de kring.