Na overleg tussen acht kleine kerken te Haarlem besloten de Vereniging van Vrijzinnige Hervormden (VVH) en de Remonstrants Gereformeerde Gemeente tot het vormen van een werkgemeenschap. In de zgn. Nota van Intentie van april 1971 werd de wens geuit "dat er een structuur wordt gevonden, waarin zij de taken, die zij beide rekenen tot de opdracht van een christelijke gemeente, zodanig kunnen vervullen, dat daaruit een nieuwe impuls kan ontstaan voor de opdracht van Christen-zijn in de wereld van nu." De Werkgemeenschap Vrijzinnige Hervormden en Remonstranten kwam in mei 1971 tot stand, waarbij zowel de VVH als de Remonstrantse Gemeente de eigen rechtspersoonlijkheid behielden. Het bestuur werd gevormd door de beide dagelijkse besturen, aangevuld met een bestuurslid van de VVH en een kerkenraadslid van de Remonstrantse Gemeente, inclusief de predikanten. Op 19 augustus 1971 kwam het bestuur voor de eerste keer bijeen. De Werkgemeenschap was een open gemeenschap waarbij andere kerkelijke gemeenten en groeperingen zich ten alle tijden konden aansluiten.