Johannes de Breuk (1852-1926) werd in 1891 gemeenteraadslid en was sinds 1894 wethouder van Openbare Werken van de gemeente Haarlem. Gedurende de Eerste Wereldoorlog viel het burgemeesterschap niet altijd even makkelijk. Jhr. mr. W.B. Sandberg (1876-1918) belastte zich met de zorg voor de Belgische vluchtelingen (pauvres honteux) en met de uitbetaling van de hun door het Rijk toegekende subsidies. Hij deed dit als particulier. De burgemeester hield rechtstreeks contact met het Nederlandsch Comité tot Steun van Belgische en andere slachtoffers te Amsterdam. Het toezicht over de vluchtelingen had hij gedelegeerd aan de heer De Landmeter. Sandberg overleed heel plotseling op 13 december 1918 aan de Spaanse griep met bijkomende longontsteking. Op verzoek van het Nederlandsch Comité tot Steun van Belgische en andere slachtoffers nam J. de Breuk, als waarnemend burgemeester, de zorg voor de Belgische vluchtelingen op zich. Op 16 juni 1919 begon de nieuwe burgemeester: C. Maarschalk. Het is onduidelijk of Maarschalk de taak op zich heeft genomen na zijn aantreden. Veel werk was er toen ook niet meer.