Identiteit
Familienaam
Kock, P., ingenieur van Rijkswaterstaat District Noord-Holland en ingenieur voor de werken tot droogmaking van het Haarlemmermeer
Beschrijving
Geschiedenis

P. Kock was sinds 1836 provinciaal ingenieur van Rijkswaterstaat in Noord-Holland. In juli 1839 werd hij, op voorstel van hoofdingenieur van Rijkswaterstaat in Noord-Holland P.T. Grinwis, door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland beschikbaar gesteld voor de werken tot droogmaking van het Haarlemmermeer. In november 1839 bepaalde de minister van Binnenlandse Zaken dat behalve P. Kock ook F.W. Conrad en J.A. Beijerinck aan de Haarlemmermeerwerken zouden worden toegevoegd. F.W. Conrad zou met onmiddelijke ingang beginnen, terwijl J.A. Beijerinck eerst zijn werkzaamheden aan de droogmaking van de Zuidplas zou afmaken. De ingenieurs werkten onder de 'directie' van de hoofdingenieurs van Rijkswaterstaat in Noord- en Zuid-Holland. Conrad bleef maar een half jaar. Na zijn vertrek in 1840 nam J.A. Beijerinck zijn werkzaamheden over. Met ingang van 1 juli 1853 kreeg P. Kock een nieuwe functie, hij werd ingenieur van Rijkswaterstaat in het arrondissement Amsterdam. Als zijn opvolger bij de Haarlemmermeerwerken werd per 1 oktober 1853 N.T. Michaƫlis benoemd. Toen J.A. Beijerinck per 1 juli 1854 werd aangesteld als hoofdingenieur van Rijkswaterstaat in Zeeland, bleef Michaƫlis als enige waterstaatsingenieur bij het Haarlemmermeerproject betrokken. P. Kock hield zich als ingenieur voor de werken tot droogmaking van het Haarlemmermeer bezig met de aanleg van gedeelten van de ringvaart en ringdijk; de bouw van rolbruggen; de verbetering van de uitwatering bij Katwijk; de stichting van het stoomgemaal De Lynden, ook wel De Lijnden, en de stichting van het stoomgemaal te Halfweg.

Beheer
Identificatiecode van de instelling
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/63281142-9529-45ff-8caf-24f090e8bb5f