Op 1 maart 1937 werd de schelpdierbioloog dr. P. Korringa aangetrokken door het Rijksinstituut voor Biologisch Visscherij Onderzoek, de rechtsvoorganger van het Rijksinstituut voor Visserijonderzoek (RIVO) om onderzoeken te verrichten ten behoeve van de oester- en mosselteelt in 'Zeeuwsche Stroomen'. Hij kreeg als standplaats Bergen op Zoom. Het schelpdieronderzoek berustte tot 1957 vrijwel uitsluitend bij dr. Korringa. In 1957 nam dr. Korringa afscheid als schelpdierbioloog. Hij volgde dr. B. Havinga op als directeur van het Rijksinstituut voor Visserijonderzoek (RIVO) te IJmuiden.