Al in 1059 werd in een oorkonde van de abdij van Echternach melding gemaakt van een kapel in Spaarnwoude. Later werd op de plek van de kapel een kerk met een toren gebouwd: de Stompe Toren. Na de Reformatie ging de Stompe Toren over in protestantse handen. De katholieken moesten toen uitwijken naar zgn. schuilkerken. Deze schuilkerken waren gevestigd in schuren. Toen in 1798 een nieuwe politieke wind door Nederland waaide, werd op rijksniveau het besluit genomen dat van alle kerken, die tijdens de Reformatie van katholieke handen in protestantse handen waren overgegaan, vastgelegd moest worden wie de eigenaar was. De andere partij moest als het eigendom was vastgesteld schadeloos gesteld worden en eigendommen worden vergoed. Ook in Spaarnwoude werd het eigendomsrecht van de Stompe Toren geregeld. In de loop van de tijd rijpte bij de parochie meer een meer het idee om een nieuwe stenen kerk te bouwen. Dit idee werd sterk gestimuleerd door de pastoor A. Henneke, die in 1835 aantrad. Vanaf zijn komst raken de bouwplannen in een stroomversnelling. Op 1 juni 1837 werd de eerste steen gelegd voor de nieuwe kerk en nog in hetzelfde jaar werd de kerk aan de Liedeweg 52 te Haarlemmerliede ingewijd. Voor een uitgebreide geschiedenis van de parochie zie: 'Katholiek zijn tussen Haarlem en Amsterdam', 1988 (uitgegeven ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de kerk, 1837-1987).