Leonard Arnold Jacques (roepnaam Leo) Snijders is geboren op 5 april 1927 te Haarlem als zoon van Jakob Snijders (1887-1942) en Helena Snijders-Zwart (1893-1942) en overleden (bij benadering vastgesteld) op 30 april 1943 te Polen. Zijn vader Jacob Snijders was werkzaam als ambtenaar (commies) ter Provinciale Griffie in Haarlem. Het gezin Snijders was lid van de Nederlands-Israëlitische Gemeente te Haarlem. De familie Snijders woonde eerst aan de Krelagestraat 36 zwart en vanaf 1936 aan de Schouwtjeslaan 53 zwart in Haarlem. Leo volgde openbaar lager onderwijs aan de Prins Hendrikschool. Na de lagere school ging hij naar het Stedelijk Gymnasium. Vanaf augustus 1941 mocht hij, net als de andere joodse leerlingen, niet meer naar het Stedelijk Gymnasium. Hij bezocht daarom vanaf oktober 1941 het Joods Lyceum, een openbare school voor joodse leerlingen die geopend werd aan de Wilhelminastraat. Vanaf eind juli 1941 begon Leo met het verzamelen van krantenartikelen die betrekking hadden op de distirbutie van levensmiddelen en brandstoffen, op het verloop van de Tweede Wereldoorlog, op de houding van de Nederlandse bevolking tegenover de Duitse bezettingsmacht en op de discriminatie van de joodse minderheid. Deze krantenartikelen plakte hij, samen met overgehouden distirbutiebonnen, in een schoolschrift en noemde dat zijn 'krantendagboek.' Dit dagboek groeide uit tot drie schriften, het derde schrift eindigde abrupt op 22 augustus 1942. Leo en zijn ouders behoorden tot de eerste groep Haarlemse Joden die werden gedeporteerd. Het krantendagboek gaf Leo in bewaring bij zijn buren de familie De Zaayer. Bijna 70 jaar later, op 29 juni 2011, heeft de heer Fer A. de Zaayer te Haarlem de schriftjes geschonken aan het Noord-Hollands Archief.