Leden van de familie Van Wickevoort Crommelin vervulden in de loop van de tijd tal van overheidsfuncties. Van de familie zijn stukken bewaard gebleven over twee perioden. De eerste periode 1672-1860 betreft de tak van Henry Samuel Crommelin (1660-1732), opgevolgd door Jan van Wickevoort Crommelin (1702-1740), Pieter Samuel van Wickevoort Crommelin (1737-1800), mr. Jan Hendrik van Wickevoort Crommelin (1765-1827), Pieter Samuel Lambertus van Wickevoort Crommelin (1797-1856) en mr. Jan Hendrik van Wickevoort Crommelin (1819-1898). De tweede periode 1778-1925 betreft de tak van Jan Pieter van Wickevoort Crommelin (1763-1837), opgevolgd door Aarnoud Hendrik van Wickevoort Crommelin (1797-1881), Hendrik van Wickevoort Crommelin (1832-1901), Aarnoud Hendrik van Wickevoort Crommelin (1864-1912) en Hendrik van Wickevoort Crommelin (1889-1939). Van 1797/1809-1939 waren Jan Pieter van Wickevoort Crommelin en zijn nakomelingen allemaal achtereenvolgens ambachtsheren van Berkenrode. Aarnoud Hendrik van Wickevoort Crommelin (1864-1912) was net als zijn vader en opa een succesvol fokker van renpaarden en een enthousiast deelnemer aan wedstrijden. Hij bezat de paardenfokstal de Cruquius-Boerderij. De in 1911 aangenomen wet die het wedden op paardenrennen verbood, vergalde voor hem het plezier in deze activiteiten zodanig dat hij het fokken opgaf en zijn paarden verkocht.