Overzicht relaties

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Identiteit
Parallelle namen
Achtste Afdeling Jacht en Visserij
Achtste afdeling Opperhoutvesterij
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1846
Einddatum
1856
Geschiedenis

De afdeling Jacht en Visserij omvatte tevens de opperhoutvesterij. Voor de uitoefening van jacht en (binnen-)visserij was een speciale vergunning nodig van de Opperhoutvester. Hij registreerde ook de particuliere jachten. Bij de jacht werd onderscheid gemaakt in: 1. publieke jacht (op domeingronden) 2. eigen- en gehuurde jacht (op particuliere gronden) 3. heerlijke jacht (op het gebied van een heerlijkheid voor zover daarop heerlijk jachtrecht rustte) en 4. eendenkooien, duiventillen en zwanendriften. De taken omtrent jacht en visserijen verhuisden vanaf 1857 naar het Ministerie van Justitie (officieel werden er pas in 1858 afdelingen ingesteld bij Justitie).[1]

Functies en activiteiten

De afdeling Jacht en Visserij had taken met betrekking tot:

- de uitvoering van de wet "houdende bepalingen op het stuk der Jacht en Visscherij" van 11 juli 1814;

- toezicht houden over de toestand van het jachtgebied en schadelijk ongedierte;[2]

- de reglementering en de opening en sluiting van het seizoen;

- het verlenen van jacht- en visakten en de inning van de daarvoor betaalde recognities;

- de registratie van duiventillen en eendenkooien.[3]

Relaties
Bovenliggend niveau
Naam Periode Beschrijving
Ministerie van Binnenlandse Zaken 1846 tot 1856
Voorgangers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
10e Afdeling Opperhoutvesterij (BiZa) 1846
Opvolgers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
3e Afdeling (Justitie) 1857
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Nationaal Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/5aedc209-a484-40e7-a76f-ddf245c85170
Bronnen

[1] F.J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004) 385 en 167.

[2] J.C. Beth, H.M.F. Bolder, M.I.G. Gimbergh, S.F.T. de Ruiter, ‘Beschrijving van het archief. Archiefvorming. Geschiedenis van de archiefvormer’, Inventaris van de archieven van de Opperhoutvesterij, 1814-1856 2.04.30 (Nationaal Archief 1979).

[3] Otten, Gids voor de archieven, 385.