Overzicht relaties

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1877
Einddatum
1940
Geschiedenis

Het Algemeen Secretariaat fungeerde vanaf 1877 los van de 1e afdeling na van 1866-1876 één afdeling te zijn geweest. In 1876 werd het ministerie gereorganiseerd: het aantal afdelingen bleef gelijk, maar binnen het takenpakket werd nogal geschoven. De herverdeling van het werkterrein over de afdelingen was ten dele het gevolg van nieuwe taken, zoals de vreemdelingenwet van 1875. Het Algemeen Secretariaat moest ook taken afstaan aan de beleidsafde­lingen, zoals uitleveringen en staats- en volkenrecht aan de 2e afdeling. Vanaf 1883 was het Algemeen Secretariaat gesplitst in vier (later vijf) bureaus.[1]

In 1902 kreeg de afdeling een ‘Bureau Adel’ speciaal voor de afhandeling van adelzaken. De Grondwet van 1814 (artikel 42) kende de Soevereine Vorst het recht toe tot verheffing in de adelstand. De Hoge Raad van Adel werd in 1814 opgericht en adviseerde de Koning over adelszaken. Met ingang van 1853 adviseerde de Raad de verantwoordelijke minister rechtstreeks over alle adelszaken (waaronder verzoeken om naamswijziging bij adellijke geslachten) en over wapens van publiekrechtelijke lichamen.[2]

In 1918 werd het Algemeen Secretariaat uitgebreid met een bureau Centraal Testamentenregister, ter uitvoering van de wet op dit register.[3] In het Testamentenregister werden alle akten van uiterste wilsbeschikkingen en schenkingen van de gehele of gedeeltelijke nalatenschap van de schenker geregistreerd. Alsmede de akten waarbij uiterste wilsbeschikkingen werden herroepen. Inlichtingen uit het register werden na overlijden van de schenker of erflater verstrekt aan rechthebbenden.[4]

Functies en activiteiten

Het Algemeen Secretariaat had taken omtrent:

- het personeel en de huishouding van het ministerie;

- ontvangst, verdeling en verzending van de inkomende stukken naar de verschillende afdelingen;

- archief, bibliotheek;

- magazijn van bureaubehoeften en drukwerken;

- overschrijven en verzenden van de uitgaande stukken;

- het repértoire, de legalisaties, het beheer van de legeskas;

- onderwerpen van het kabinet van de minister;

- het personeel van de rechterlijke macht, de notarissen, procureurs en deurwaarders;

- uitgave van het staatsblad.[5]

 

Vanaf 1883 krijgt het Algemeen Secretariaat vier bureaus waaronder de taken zijn verdeeld:

1. Bureau A. Kabinet en Algemene Zaken

- onderwerpen van het kabinet van de minister;

- het personeel van de rechterlijke macht, de notarissen en deurwaarders;

- uitgave van het staatsblad.

- het personeel en de huishouding van het ministerie;

- ontvangst, verdeling en verzending van de inkomende stukken naar de verschillende afdelingen.

2. Bureau B. Secretarie en Expeditie

- magazijn van bureaubehoeften en drukwerken;

- overschrijven en verzenden van de uitgaande stukken;

- het repértoire, de legalisaties, het beheer van de legeskas.

3. Bureau C. Archief.

4. Bureau D. Bibliotheek.[6]

 

Vanaf 1902 is het Algemeen Secretariaat anders ingedeeld:

1. Bureau A. Kabinet en Algemene Zaken

- onderwerpen van het kabinet van de minister;

- het personeel van de rechterlijke macht, de notarissen en deurwaarders;

- personeel van de centrale raad van beroep en de raden van beroep (ongevallenverzekering) (vanaf 1904);

- uitgave van het staatsblad;

- het personeel en de huishouding van het ministerie;

- ontvangst, verdeling en verzending van de inkomende stukken naar de verschillende afdelingen.

2. Bureau B. Adel

- behandeling van adelszaken.

Bureau C. Secretarie en Expeditie

- magazijn van bureaubehoeften en drukwerken;

- overschrijven en verzenden van de uitgaande stukken;

- het repértoire, de legalisaties, het beheer van de legeskas.

3. Bureau D Archief (1902-1906).

4. Bureau D en E Archief, agenda en index (vanaf 1907).[7]

 

In 1912 zijn taken van het Algemeen Secretariaat verdeeld over twee onderafdelingen en vijf bureaus. Later gaan de bureaus verder zonder de verdeling in de onderafdelingen.

Eerste onderafdeling

1. Bureau A Kabinet en Algemene Zaken

- onderwerpen van het kabinet van de minister;

- het personeel van de rechterlijke macht, de centrale raad van beroep, de raden van beroep (ongevallenverzekering) de notarissen en deurwaarders;

- personeel van de Raden van Beroep voor de Directe Belastingen, de Verzekeringskamer en het Centraal Bureau van Bijstand in zake het toezicht op de boekhouding van de notarissen;

- het personeel van het ministerie;

- Riddersorden (vanaf 1934);

- uitgave van het staatsblad;

- ontvangst, verdeling en verzending van de inkomende stukken naar de afdelingen (vanaf 1925);

- registratie en archief van de geheime en kabinetsstukken (vanaf 1930);

- invordering van registratie-, zegel- en legesgelden;

- huishouding van het ministerie (vanaf 1925);

2. Bureau B Secretarie (1913-1925)

- overschrijven van uitgaande stukken;

- huishouding van het ministerie.

   Bureau B Testamentenregister (vanaf 1925):

- uitvoering van de Wet op het testamentenregister;

3. Bureau C Expeditie (1913-1925)

- verzending van de uitgaande stukken;

- legalisaties;

- magazijn van bureaubehoeften en drukwerken.

  Bureau C Agenda, Index en Archief (vanaf 1925):

- beheer van het depôt auteurswet 1881.

 

Tweede onderafdeling (1913-1925):

-Bureau A Agenda en Index (1913-1925).

- Bureau B Archief en Beheer depôt auteurswet 1881 (1913-1925).

 

4. Bureau D Secretarie (vanaf 1925)

- overschrijven van de uitgaande stukken;

5. Bureau E Expeditie (vanaf 1925):

- verzending van de uitgaande stukken;

- legalisaties;

- magazijn van bureaubehoeften en drukwerken;

- administratie van de huishoudelijke dienst (vanaf 1934).

6. Bibliotheek (vanaf 1931).[8]

Relaties
Bovenliggend niveau
Naam Periode Beschrijving
Ministerie van Justitie 1877 tot 1940
Voorgangers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
1e Afdeling Algemeen Secretariaat (Justitie) 1877
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Nationaal Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/c9498cb3-1d43-48af-bacc-3bb1134a9ba9
Bronnen

[1] F.J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004) 324.

[2] Ibidem, 330-331.

[3] Dit bureau staat pas vanaf 1925 in de staatsalmanakken vermeld.

[4] Ibidem, 340.

[5] Staatsalmanakken 1878-1882.

[6] Staatsalmanakken 1883, 1885-1888, 1890-1892, 1896-1897 en 1900-1901.

[7] Staatsalmanakken 1902-1908 en 1912.

[8] Staatsalmanakken 1913, 1918, 1925, 1929-1940.