Overzicht relaties

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Identiteit
Parallelle namen
Algemene Energie Raad
Andere namen
AER
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1985-12-01
Einddatum
2014-07-31
Geschiedenis

Door de diversificatie van energievoorzieners en de toenemende afhankelijkheid van de maatschappij van maar een beperkte hoeveelheid van deze voorzieners werd een integrale visie op het energievraagstuk en een daar aan gekoppeld stelsel van adviezen nodig. Dit kwam duidelijk naar voren tijdens de oliecrisis van 1973 en besloten werd om een Algemene Energieraad op te richten.

In de eerste Energienota (1974) werd aangegeven dat er een "Algemene Energie Raad" ingesteld zou worden. Reden hiervoor is, dat voor de besluitvorming op het gebied van energie een goede organisatiestructuur nodig was ter bevordering van een zo breed mogelijke maatschappelijke oriëntatie en inbreng van deskundigheid. Het zwaartepunt ligt dus expliciet niet bij de deelterreinen van het energiebeleid. Met betrekking tot de bestaande adviesraden op energiegebied, moet de AER coördinerend optreden. Verder zal de Raad moeten adviseren over opschuivende vijfjarenplannen die het te voeren energiebeleid betreffen.

 

De bestaande externe adviesstructuren waren bij het uitkomen van de eerste Energienota versnipperd, en bestreken tezamen niet het hele beleidsterrein. Dit versnipperde karakter kwam voort uit het feit dat de adviesinstanties waren ingesteld vanuit uiteenlopende, los van elkaar staande motieven. Juist een integraal advies over het energiebeleid leek te ontbreken.

Hoewel er al plannen waren om, op instigatie van de Voorlopige Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, een aantal organisatorische voorzieningen te treffen om deze leemte op te vullen, meende de Minister "...dat er ook behoefte is aan een extern advieslichaam, dat de Minister op het gebied van de te ontwerpen energieplannen en het energiebeleid kan adviseren en dat tegelijk het werk van andere externe adviesinstellingen op het gebied van de energie op elkaar kan afstemmen". Daarnaast zou dit externe advieslichaam moeten bekijken of, en in hoeverre in de huidige organisatiestructuur "stroomlijning" nodig is. Verder zou het kunnen adviseren over "het in banen leiden van de publieke discussie over het energiebeleid".

Tussen het besef, aan het begin van de jaren zeventig, dat er een integraal advies bij het energiebeleid nodig was, en de Wet op de Algemene Energieraad 1985, ligt een lange weg van Koninklijke Besluiten, Commissies, Energienota's en uitgebrachte adviezen. In gevolge het Koninklijk Besluit (KB) van 25 februari 1976 (Stb. 99) werd op 13 maart van dat jaar de Voorlopige Algemene Energieraad ingesteld. Deze maatregel gold voor drie jaar en moest dit college voldoende tijd geven om te bepalen welke de taak en de structuur van een permanent adviescollege zouden worden.

Deze periode bleek niet toereikend te zijn, en op 5 januari 1979 werd de werking van het KB uit 1976 met twee jaar uitgebreid. Een nieuw Koninklijk Besluit, van 2 februari 1981, verlengde de werkingsduur later nogmaals met twee jaar. Ondertussen was wel duidelijk dat een permanent adviesorgaan noodzakelijk was.

De Wet op de Algemene Energieraad uit 1985 geeft aan dat de Raad uit eigen beweging of op verzoek, aan de minister van Economische Zaken advies geeft over het te voeren energiebeleid. Daarbij wordt naar de maatschappelijke ontwikkelingen en het te voeren overheidsbeleid op andere terreinen gekeken. Tevens dient rekening te worden gehouden met adviezen die door andere adviesorganen aan de minister werden gegeven. Tot slot dient de Raad informatie te geven die van belang kan zijn voor het te voeren energiebeleid.

Met de Wet houdende aanpassing van een aantal wetten aan de eerste tranche van de Algemene wet bestuursrecht vervalt in 1992 artikel 19 van de Wet op de AER 1985. Met dit artikel verdwijnt de geheimhoudingsplicht voor personen die betrokken zijn bij de uitvoering van deze wet en dit niet waren uit hoofde van hun ambt, beroep of een wettelijk voorschrift. Per 1 januari 1997 is de Wet op de Algemene Energieraad ingetrokken en vervangen door de Wet op de Algemene Energieraad 1997. De AER kreeg bij de nieuwe wet als taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal van advies te dienen omtrent het te voeren energiebeleid, waarbij onder meer aandacht wordt besteed aan de wisselwerking tussen het te voeren energiebeleid enerzijds en maatschappelijke ontwikkelingen en het te voeren beleid op andere gebieden anderzijds. De Energieraad wil een gewetensfunctie ten behoeve van de overheid en samenleving vervullen en een bijdrage aan het maatschappelijk energiedebat leveren, waarbij steeds het publieke belang centraal staat.

De Energieraad is onafhankelijk. De leden van de Raad worden benoemd op basis van hun deskundigheid en hun maatschappelijke kennis en ervaring. De Raad telt maximaal tien leden, die bij koninklijk besluit worden benoemd. Ze zijn afkomstig uit relevante maatschappelijke groeperingen, maar vervullen hun adviestaak op persoonlijke titel.

De Algemene Energieraad is per 1 augustus 2014 opgeheven bij het instellen van de Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie.

Functies en activiteiten

Adviseren van de regering en de beide kamers der Staten-Generaal over het te voeren energiebeleid waarbij onder meer aandacht wordt besteed aan de wisselwerking tussen het te voeren energiebeleid enerzijds en maatschappelijke ontwikkelingen en het te voeren beleid op ander gebieden anderzijds.

Structuur

Adviescolleges van blijvende aard dienen ingevolge artikel 87 van de Grondwet een wettelijke grondslag te hebben, en daarom bereikte op 29 mei 1982 een wetsvoorstel de Tweede Kamer, dat betrekking had op de instelling van een algemene energieraad. Het wetsvoorstel werd op 11 november door de Tweede Kamer aangenomen en kwam uiteindelijk op 17 mei 1985 tot stand.  Veel van de taken welke de Voorlopige Algemene Energieraad al uitvoerde, zoals het uitbrengen van adviezen inzake verschillende onderwerpen op energiegebied, werden nu voortgezet. De Wet op de Algemene Energieraad uit 1985 geeft enige richtlijnen voor de organisatie van de AER omtrent de vergadering, de leden en het secretariaat. De Raad stelt tot regeling van zijn werkzaamheden een Reglement van Orde vast. De vergaderingen geschieden zo vaak als de Raad het nodig acht en kunnen door de voorzitter of door drie andere leden van de Raad bijeen geroepen worden. Er bestaan openbare en gesloten vergaderingen. De ten hoogste twintig leden van de Algemene Energieraad worden door de Minister van Economische Zaken benoemd voor een periode van vier jaar en hebben zitting op persoonlijke titel. Zij kunnen daarna eenmaal herbenoemd worden. Het Presidium van de Raad bestaat uit vijf leden, waarvan de voorzitter, op voordracht van de Minister, door de Kroon benoemd wordt. De overige leden worden door de Raad uit zijn midden gekozen. De Minister van Economische Zaken voorziet de Raad van een secretariaat dat de Raad en zijn Presidium bijstaat. De AER mag, voor ten hoogste een jaar, commissies instellen die helpen bij de voorbereiding van adviezen.

Met de reorganisatie in 1992 verandert er het een en ander. Door een nieuwe opzet van de organisatie (voortvloeiende uit een aanpassing van taken van de AER) kan het secretariaat in mankracht verminderd worden, evenals het Presidium en de Raad. Het Presidium zal bestaan uit de voorzitter en de vice-voorzitter en de Raad wordt teruggebracht tot 10 leden. Voor de "nieuwe" AER (Wet op de AER 1997) verandert er op het gebied van de uitvoerende en adviserende taken feitelijk niets.

Relaties
Voorgangers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
Voorlopige Algemene Energieraad 1985-12-01
Opvolgers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie 2014-07-30
Associatieve relaties
Naam Periode Beschrijving
Ministerie van Economische Zaken (I) 1985-12-01 tot 2014-07-31
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 1985-12-01 tot 2014-07-31
Archieven
Archiefbewaarplaats Toegangsnummer Titel
Nationaal Archief 2.06.5342 Inventaris van het archief van de Algemene Energieraad, 1976-2003
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Doc-Direkt
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/54e16438-720c-4e79-b830-1ab4df3ce198
Bronnen

Toegang archief Algemene Energieraad http://proxy.handle.net/10648/03b2aa61-0373-44bd-9da2-990073b91f5b (geraadpleegd op 20-08-2019)

Rapport Institutioneel Onderzoek 82: Energiebeleid

Wet op de Algemene Energieraad 1997

Wet Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie

Wet op de Algemene Energieraad 1985