Overzicht relaties

Ministerie voor de zaken van de Rooms-Katholieke Eredienst

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1868-01-01
Einddatum
1868-08-30
Geschiedenis

Het Ministerie voor de zaken van de Rooms-Katholieke Eredienst bestond voor een zeer korte periode van januari tot en met augustus 1868. Na augustus 1868 ging de administratie voor de zaken van de Rooms-Katholieke Eredienst weer terug naar het Ministerie van Justitie waar het al van 1866 tot en met 1867 bij verbleef.[1]

 

Functies en activiteiten

Het Eerste Bureau had taken omtrent:

- het inschrijven, afschrijven en verzenden van de inkomende en uitgaande stukken;

- agenda en index;

- comptabiliteit van de zegel –en legesgelden;

- zaken van de huishouding van het ministerie en andere zaken van gemengde aard.

 

Het Tweede Bureau had taken omtrent:

- zaken van algemeen en bijzonder staatsbelang en van kerkgenootschappelijke aard, waarvoor onderzoek, overweging, raadpleging, overleg of medewerking van staatswege wordt vereist;

- rapporten of voordrachten aan de Koning;

- briefwisseling;

- verschillende takken en belangen van staats –of kerkelijk beheer;

- bescherming, toezicht, ondersteuning, openbare oefening van godsdienst;

- inrichting en bestuur van de bisdommen, dekenaten, parochiën en andere kerkelijke instellingen van godsdienstige of liefdadige aard;

- oprichting van kerkelijke gemeenten, openbare kerkgebouwen en pastorijen;

- aanvaarding van makingen, schenkingen en stichtingen;

- stoffelijke behoeften van seminaries, kerken, kerkleraren, kerkfabrieken of kerkbesturen. De daarvoor van staatswege te verlenen onderstand, beurzen, jaarwedden, toelagen of andere tegemoetkomingen;

- kerkelijke pensioenen;

- aalmoezeniersdienst voor het leger en de gevangenissen;

- kerkelijk armwezen;

- kerkelijke zendingen in de Oost –en West-Indische bezittingen;

- zaken van verschillende aard.

 

Het Derde Bureau had taken omtrent:

- registers van de kerkelijke instellingen, van het personeel van de dienstdoende geestelijkheid, de gepensioneerde kerkelijke personen, de traktementen, toelagen, onderstanden en andere verstrekkingen;

- kerkelijke statistiek;

- begroting van de uitgaven van het ministerie en de uitvoering daarvan;

- betaalbaarstelling en boekhouding van de uitgaven;

- jaarlijkse rekeningen en verantwoordingen en war verder tot de werkzaamheden van de comptabiliteit behoort;

- verzameling van de wetten, besluiten, verordeningen en beslissingen;

- zorg voor de bibliotheek en de bewaring van de archieven.[2]

Relaties
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Nationaal Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/577b44e3-5d55-49f3-808b-f134b6b5e3a6
Bronnen

[1] F.J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004) 277.

[2] Staatsalmanak 1868.