Overzicht relaties

Projectorganisatie Mineralenemissies uit de Landbouw (LNV)

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Identiteit
Andere namen
POM
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1993
Einddatum
1996
Geschiedenis

Aan het eind van de jaren zeventig ontstond er binnen het maatschappelijk krachtenveld grote aandacht voor het milieu. Behalve naar de industrie en de automobilist werd er met een beschuldigende vinger naar de agrarische sector gewezen. De landbouw werd gezien als een sector die in belangrijke mate verantwoordelijk was voor de vervuiling van lucht, grond en oppervlakte water en de bodem. Een steeds meer groeiende veestapel zorgde voor een omvangrijke uitstoot van ammoniak, stikstof en fosfaat in de vorm van mest. Vanaf 1984 is de overheid daarom een mestbeleid gaan voeren. In de periode van 1984 tot begin 1987 was de interim wet voor beperking varkens- en pluimveehouderijen van kracht. Deze wet had als doel de veestapel in ons land te laten afnemen. Om dit te bewerkstelligen is medio 1993  de departementale “Projectgroep mineralenemissies uit de landbouw” (POM) in het leven geroepen. Doel was om vanuit een gezamenlijke aanpak van het ministerie van landbouw, Natuurbeheer en Visserij en het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en milieu te komen met een oplossing voor de knelpunten die bij het opstellen van de Notitie mest- en ammoniakbeleid zichtbaar werden. De POM bestond uit een “Programma –managementteam “ (PMT), dat verantwoordelijk was voor de uitvoering van het project via diverse projectgroepen en een Stuurgroep POM die het project aanstuurde. In de Stuurgroep POM werden beide departementen op DG niveau vertegenwoordigd. De nieuwe structuur kwam in plaats van de  van de Stuurgroep mestproblematiek. Politieke afstemming tussen de ministers vond plaats in de zogenaamde ‘’Kerngroep Mest”. Minister van Aartsen besloot in maart 1996 te stoppen met het project en initiatief van LNV meer binnen de lijn van de ministeriele organisatie te brengen. Dit gebeurde enkele maanden na de afronding van het debat met de Tweede Kamer  over de Integrale notitie mest- en ammoniakbeleid in december 1995. Het beleidskader was toen duidelijk en het kwam vervolgens aan op het maken van dat beleid door de verantwoordelijke directies binnen LNV en VROM. Voor de coördinatie hiervan werd tijdelijk een procesmanager aangewezen. De Stuurgroep POM kreeg een vervolg in het zogenoemde DG -overleg. In 1996 werd het Financieringsoverleg Mest- en Ammoniakonderzoek ook afgerond.

Structuur

De POM bestond uit een “Programma –managementteam “ (PMT), dat verantwoordelijk was voor de uitvoering van het project via diverse projectgroepen en een Stuurgroep POM die het project aanstuurde.

Relaties
Bovenliggend niveau
Naam Periode Beschrijving
Algemene Leiding (LNV) 1993 tot 1996
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Doc-Direkt
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/9bcf8443-a986-4f0e-ad82-4310c1906e4f
Bronnen

"s-Gravenhage 2000: Rapport Institutioneel Onderzoek "Het Mestbeleid", PIVOT-rapport 109, ISBN 90-5909-009-3. http://www.handelingenbank.info/informatiebronnen/109%20Mestbeleid/RIO/109%20RIO%202000%20februari.pdf geraadpleegd op 20-09-1018