De Vleeskeuringsdienst werd ook wel Keuringsdienst van vee en vlees genoemd. In het kader van het toezicht op de openbare gezondheid was de gemeente onder meer belast met de keuring en destructie van vee en vlees. Hiertoe exploiteerde de gemeente een Vleeskeuringsdienst met aan het hoofd een keuringsveearts. In de jaren 1920-1930 werd het vee geslacht in particuliere slachtplaatsen die aan de eisen van de Vleeskeuringsdienst moesten voldoen. In 1929 werd door de gemeente een noodslachtplaats aan de Pontweg gebouwd, die later ook door slagers die niet over een eigen slachtplaats beschikten werd gebruikt. De destructie vond buiten de gemeente Aalsmeer plaats.