CC0 "No Rights Reserved" http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
<p>De 10e Afdeling Posterijen had taken omtrent:</p> <p>– Uitvoering van de wetten en verordeningen van het postwezen.</p> <p>– Aanbesteding van ritten en andere diensten.</p> <p>– Pakketpost.</p> <p>– Vestiging van post- en hulpkantoren.</p> <p>– Stichting, aankoop, huur en inrichting van postgebouwen.</p> <p>– Wetten, besluiten en overeenkomsten betreffende de posterijen.</p> <p>– Benoeming, bevordering en ontslag van het personeel.</p> <p>– Borgtochten. Uniformkleding.</p> <p>– Controle op de verantwoording der ontvangsten en uitgaven.</p> <p>– Aanwijzing van depothouders van postzegels enz.</p> <p>– Statistiek en verslagen.</p> <p>– Aanmaak van postzegels enz.</p> <p>– Onbestelbare brieven en andere stukken.</p> <p>– Regeling van en toezicht op de postenloop en verzendingen met de post, zowel in het</p> <p>binnenlands als in het buitenlands verkeer.[3]</p>
<p>De 10e Afdeling Posterijen werd in 1831 opgericht. Voor 1831 ressorteerden de posterijen onder het Ministerie van Ontvangsten. Voor de uitoefening van de dienst van de posterijen bleven de Franse wetten van kracht, waaronder de ‘Algemeene instructie voor den dienst der posteryen’ van 1810, totdat deze in 1850 werd vervangen door de Postwet. De Postwet van 1850 handhaafde het monopolie van de Staat en legde de basis voor de oprichting van een groot aantal postkantoren, die hun loketten ook open stelden voor de Rijkstelegraaf.[1] Op 1 januari 1846 werd het toezicht over de postwagens, diligences, stoomboten, veerschepen, schuiten en verdere van middelen van vervoer overgedragen aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken.[2]</p>
Alle taken omtrent het toezicht over de postwagens, diligences, stoomboten, veerschepen, schuiten en verdere van middelen van vervoer is opgegaan / afgesplitst in de 6e Afdeling Nijverheid.