CC0 "No Rights Reserved" http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
<p>Het Technisch Bureau heeft in 1879 taken omtrent:</p> <p>- aanschaffen en keuren van goederen voor de dienst van de staatsspoorwegen in Nederlands-Indië.[2]</p> <p> </p> <p>In 1917 is het takenpakket veranderd:</p> <p>- aanschaffing en keuring van ijzerwerken, constructies, machines, etc. en onderdelen daarvan (uitgezonderd de taken die door Afdeling F. Aanschaffing en uitzending van gouvernementsgoederen wordt uitgevoerd);</p> <p>- alsmede belangrijke hoeveelheden getrokken ijzer en staal;</p> <p>- alle andere zaken omtrent technische aard die door de minister aan dit bureau worden opgedragen.[3]</p> <p> </p> <p> In 1918 is het takenpakket veranderd:</p> <p>- aanschaffen, keuren en verscheping van ijzerwerken zoals bruggen, overkappingen, kranen, wissels, draaischijven, rollend materieel voor de spoor –en tramwegen;</p> <p>- machines;</p> <p>- baggerwerktuigen;</p> <p>- telegraaf –en telefoonmaterieel;</p> <p>- belangrijke hoeveelheden ijzer, staal en koper voor de burgerlijke en militairen dienst in de overzeese gebieden in het Rijk.[4]</p>
<p>Het Ministerie van Koloniën was belast met de keuring, aanschaf en verzending van zogenoemde gouvernementsgoederen, bestemd voor het leger en de burgerlijke dienst in de koloniën. Voor deze taak beschikte de minister, behalve over een bepaalde departementsafdeling, over het Koloniaal Magazijn te Amsterdam, vanaf 1874 Koloniaal Etablissement genoemd, en vanaf 1878 over het Technisch Bureau, dat aan het departement was verbonden. Het laatste orgaan was aanvankelijk belast met de aanschaf en keuring van goederen voor de staatsspoorwegen in Indië, maar kreeg na enige tijd een ruimere bevoegdheid ten aanzien van allerlei technisch materiaal, zoals bruggen, machines, telegraaf en telefoonmaterieel. Het Koloniaal Etablissement had taken omtrent het niet-technische materieel. Na 1927 ressorteerden deze bureaus onder het Commissariaat voor Indische Zaken.[1]</p>