CC0 "No Rights Reserved" http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
<p>Afdeling C1. had taken omtrent:</p> <p>- de formatie en organisatie van het leger in Nederlands-Indië, van de landmacht in West-Indië en van de Koloniale Reserve;</p> <p>- militaire technische aard;</p> <p>- begrotingsarbeid;</p> <p>- onder het Ministerie van Koloniën ressorterende marine-aangelegenheden.[2]</p>
<p>De Afdeling C1. Algemene legerzaken en marine was afgesplitst van de Afdeling C. Militaire Zaken. De rol van Koloniën bij de defensie van de koloniën was vrij beperkt en lag voor een belangrijk deel in het stellen van het financiële kader. De verantwoordelijk over de marine lag bij de ministers van Marine en Koloniën. De eerste bepaalde welk deel van de vloot in bijvoorbeeld Oost-Indië aanwezig was, maar voor de inzet daarvan was de Gouverneur-Generaal als opperbevelhebber van land- en zeemacht aldaar verantwoordelijk. Ook was de commandant zeemacht in Indië als chef van het Indische departement van Marine ondergeschikt aan de Gouverneur-Generaal en via deze aan de minister van Koloniën. Alle niet-administratieve correspondentie van de marine in Indië met Nederland verliep via het Ministerie van Koloniën naar dat van Marine, waar de inhoudelijke expertise zat.[1]</p>