Kevelaer is een plaats in Duitsland, ongeveer zes kilometer van de Nederlandse grens. Het is een druk bezochte bedevaartplaats van Onze Lieve Vrouw (Maria), troosteres van de bedroefden. Vanaf 1838 gingen enige vrome mensen uit Haarlem en omgeving met de Woerdense bedevaart mee naar Kevelaer. Deze processievereniging bestond uit Tiel, Maurik, Maaswaal, Woerden, Oudewater en Haarlem. Waarschijnlijk is de Haarlemse bedevaart in 1842 een zelfstandig onderdeel van de processievereniging geworden, want in 1867 werd het 25-jarig bestaan van de Haarlemse bedevaart gevierd. Paus Pius IX verhief de Haarlemse processsie in 1847 tot broederschap, verrijkt met aflaten. De (Paters)kerk van de Parochie Sint Antonius van Padua werd tot Broederschapskerk verheven. In 1864 ging de broederschap voor het eerst in eigen regie op bedevaart naar Kevelaer. De zesdaagse tocht ging per trekschuit naar Amsterdam en vandaar met de trein via Arnhem naar Nijmegen. De volgende dag ging men soms met de trein tot de grens of men vertrok al van Nijmegen in processie te voet naar Kevelaer. Rond 1870 onderging de bedevaart een verandering. Het reisen per trein vergemakkelijkte, zodat men de overnachting in Nijmegen en een deel van de voetreis liet vervallen. Aanvankelijk ging men nog via Den Bosch, waar in de Sint Jansbasiliek de mis werd bijgewoond, per trein naar Kevelaer, waar men vanaf het station in processie Kevelaar binnentrok. De terugtocht ging rechtstreeks naar Haarlem, waar in de Broederschapskerk nog een korte slotplechtigheid werd gevierd. Na de Tweede Wereldoorlog ging men met bussen naar Kevelaer.