Overzicht relaties

Goud- en Zilversmidsgilde te Haarlem

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Identiteit
Andere namen
Goudsmidsgilde te Haarlem
Zilversmidsgilde te Haarlem
Schildersgilde te Haarlem
Sint Lucasgilde te Haarlem
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
ca. 1615
Einddatum
ca. 1796
Plaatsen
Haarlem
Geschiedenis

Het Goud- en Zilversmidsgilde was in het begin gecombineerd met het Schilders- of Sint Lucasgildes. Tot de vinders van het Sint Lucasgilde werden geregeld ook goudsmeden gekozen. Hun schutspatroon, Sint Elois, werd ook op het altaar van Sint Lucas met een jaarlijkse dienst geƫerd. Nadat het Sint Lucasgilde echter zijn altaar in de Grote Kerk verloren had, heeft het Goud- en Zilversmidsgilde een tijd lang (1572-1576) een vrij onafhankelijk bestaan gehad. In 1634 verzochten deken en vinders van dit gilde om van het Sint Lucasgilde afgescheiden te mogen worden, maar Burgemeesters ordonneerden, op protest van het bestuur van het Sint Lucasgilde, op 9 januari 1635, dat het Goud- en Zilversmidsgilde met dit gilde gecombineerd zou blijven. Een 12-tal raden, uit de gildebroeders door Burgemeesters aangewezen, vertegenwoordigen het gilde; uit hen worden ook deken en vinders of keurmeesters benoemd (Keur van 10 januari 1635). Op 10 juli 1751 (K en O, II, 294) zijn de keuren voor het gilde herzien en is een nieuwe keur gemaakt, waarin geen sprake meer is van contributie aan het Sint Lucasgilde. Het aantal raden is dan teruggebracht op acht; voorschriften worden gegeven voor de gildeproef. Op 3 juli 1762 (verv.K en O, II, 99) is een aanvulling op deze keur gegeven. De gilden waren verenigingen van ambachtslieden van eenzelfde ambacht, aanvankelijk bedoeld ter onderhouding van hun altaar, later meer voor hun gemeenschappelijke belangen. De oudste gilden hadden een altaar in de Grote of Sint Bavokerk, waar missen ter nagedachtenis aan de overleden leden werden gelezen. Om tot een gilde toegelaten te worden was doorgaans een gildeproef vereist alsook entreegeld. Veel gilden onderhielden een eigen bos ten behoeve van hun arme of zieke leden of tot het doen van uitkeringen bij sterfgevallen. Knechtsgilden zijn doorgaans alleen met dat doel opgericht. De gilden zijn in 1798 ontbonden, maar tot 1805 bestuurd door Commissarissen voor de ontbonden gilden.

Beheer
Identificatiecode van de instelling
Noord-Hollands Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/d6e97dd5-fe90-402f-81e2-7809851bc99f