Overzicht relaties

Slepers- of Sint Andriesgilde te Haarlem

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Identiteit
Andere namen
Sint Andriesgilde te Haarlem
Slepersgilde te Haarlem
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1565
Einddatum
1751
Plaatsen
Haarlem
Geschiedenis

De slepers of zakkendragers hadden in de Grote Kerk een altaar, gewijd aan de H. Andries, aan pilaar XXIV in het schip, zuidzijde. Hoewel reeds vroeg ordonnanties voor de slepers op het Hoofd bekend zijn en in die van 10 juli 1608 ook sprake is van hun vinders, wordt eerst in de keur van 5 september 1737 (K en O, II, 265) gesproken over het gilde, dat dan echter al blijkt te bestaan en vraagt om een nieuw reglement op de sleeplonen. Eerst op 10 juli 1751 wordt een keur voor het gilde gegeven (Idem, 258), waarin bepaald wordt, dat het, als vanouds, bestuurd zal worden door drie vinders, een burger- en biersleper en turfvoerder. Een reglement op de lonen van de wijnslepers en wijnwerkers is vastgesteld op 18 juni 1750 (K en O, II, 267). De sleperskeur is aangevuld op 29 februari 1760 (Verv. K en O, II, 62), en 10 augustus 1763 (Idem, 101). Op 14 augustus 1762 (Idem, 102) is bepaald, dat het getal slepers zou uitsterven tot 16. Ordonnanties voor de bierslepers zijn er van 27 augustus 1762 (Idem, 103), 14 juli 1763 (Idem, 309), 15 augustus 1781 (Idem, 211) en 2 maart 1783 (Idem, 309). De laatste twee geven bepalingen over het laten uitsterven van het getal bierslepers en -dragers.

Beheer
Identificatiecode van de instelling
Noord-Hollands Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/ff2f75ae-94db-48f9-922d-51625d777f06