De Redersvereniging is opgericht op 19 november 1908 en stelde zich ten doel: "de belangen van het Visserijbedrijf in de ruimste zin met alle haar ten dienste staande legale middelen te behartigen". De oprichting werd in de hand gewerkt door de opkomst van IJmuiden als vissersplaats, waarbij de onderlinge saamhorigheid van hen die in het visserijbedrijf werkzaam waren, soms ver te zoeken was. Hoewel het lidmaatschap van de vereniging ook open stond voor reders van haring- of beugvisserijschepen, lag in IJmuiden toch de nadruk op beoefenaars van de trawlvisserij (met een sleepnet). De reders welke de haringvangst beoefenden door middel van de drijfnetvisserij (vleetvisserij) waren meestal georganiseerd in de Reedersvereeniging voor de Nederlandsche Haringvisscherij, welke kantoor hield in Scheveningen of Vlaardingen. Daarnaast waren er nog andere verbanden als bijvoorbeeld de Vereniging van Schippereigenaren in Katwijk aan Zee. Bij de totstandkoming van diverse sociale wetten, zoals de Zeevissersongevallenwet, de Arbeidswet en de Schipperswet was de Redersvereniging betrokken. De jaren 30 met de daaraan verbonden crisis hadden veel invloed op de visserij in IJmuiden. Pogingen van de Redersvereniging om regeringssteun voor het visserijbedrijf te verkrijgen, werden veelal afgewezen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren de activiteiten van de vereniging beperkt. Na de oorlog beleefde de IJmuider vissersvloot enkele topjaren. Aan het begin van de jaren 50 trad er een teruggang in. Het aantal schepen, dat door de leden van de Redersvereniging in de vaart gehouden werd, daalde gestaag, evenals de opbrengsten. Sommige reders investeerden nauwelijks meer. In 1973 bestond de vereniging nog uit zeven rederijen. In 1982 waren er nog vier leden, die elk in een groot aantal organisaties, welke zich landelijk of regionaal met de visserij bezig hielden, de IJmuidense belangen moesten behartigen. Aan te nemen valt, dat omstreeks deze tijd de vereniging heeft opgehouden te bestaan.