Het bestuur van de voormalige Thamer Binnen- en Buitenpolders (ook wel Binnendijkse Thamerpolder en Buitendijkse Thamerpolder genoemd) werd gevormd door de schout van Uithoorn, heemraden of directeuren en de poldermeesters. De Thamer Binnenpolder (Binnendijkse Thamerpolder) lag ten noorden aan de Bovenkerkerpolder, ten oosten aan de Amstel, ten zuiden aan het Zijdelmeer en ten westen aan de Thamerdijk, die hem van de Thamer Buitenpolder scheidde. De Thamer Buitenpolder (Buitendijkse Thamerpolder) lag ten westen en ten noorden aan het Legmeer en ten oosten aan de Thamerdijk, die hem van de Thamer Binnenpolder scheidde. De polders vielen ten prooi aan de vervening. De Thamer Binnenpolder viel droog in 1851.