Uit de schepenen werden om beurten een drietal door de Staten aangesteld als Commissarissen ter judicature van de gemenelandsmiddelen, een belastingkamer waarvan het rechtsgebied zich veel verder uitstrekte dan de stadsgrens. Het gewest was voor deze rechtspraak verdeeld in verschillende districten. Appèl tegen vonnissen van de Commissarissen ter judicature van de gemenelandsmiddelen kon men indienen bij bij Gecommitteerde Raden, tegen de andere Haarlemse vonnissen bij het Hof van Holland. In de Franse tijd werden de Commissarissen ter judicature van de gemenelandsmiddelen ook wel College ter judicature voor de nationale middelen te lande genoemd. De commissarissen 'ter judicature van des gemenelandsmiddelen' werden nu uit de schepenen gekozen door de 'representanten van 't volk van Holland'. In 1811 kwamen de justitiële werkzaamheden aan de Rechtbank van eerste aanleg, sinds 1838 arrondissementsrechtbank.