Onder Assendelft betekent in dit geval ten zuiden van Assendelft. In 1522 verklaarde heer Gerrit van Assendelft, dat wanneer men Buitenhuizen zou moeten buitendijken, de schepenen met drie van de belangrijkste rijken uit elk vierendeel van Assendelft de nieuwe polder zouden moeten keuren. Korte tijd hierna is Buitenhuizen door het leggen van een inlaag tot een buitenpolder gemaakt, die voor de Assendelver Zeedijk in het IJ uitstak. Bij de aanleg van het Noordzeekanaal in 1874 werd de polder doorgraven en in twee delen gescheiden. Het noordelijk gedeelte ligt tussen de Assendelver Zeedijk en het Noordzeekanaal. Door opspuitingen is dit echter technisch ontpolderd. Het grootste deel ligt ten zuiden van het Noordzeekanaal, ten westen tegen het Zijkanaal C en wordt verder omgeven door de Zuid Spaarndammerpolder. Dit deel is bij de scheiding overgegaan naar de gemeente Velsen. De polder beschikte niet over een eigen gemaal, maar werd bemalen door de Zuid Spaarndammerpolder. Vanaf 1932 werden er plannen gemaakt voor een samenvoeging met die polder, die echter niet uitgevoerd werden. De polder werd dan ook wel Oost Spaarndammerpolder genoemd. In de jaren 1964-1969 werden de Buitenhuizeruitweg en de meeste gronden in eigendom van de polder overgedragen aan de gemeente Velsen. Nadat ook de gronden van particulieren door de gemeente Velsen waren verworven werd vanaf 1972 het gebied van de polder betrokken in de aanleg van het Recreatiegebied Spaarnwoude. Op 1 januari 1979 trad het nieuwe Waterschap Groot Haarlemmermeer in werking. In dit waterschap werd de Haarlemmermeerpolder samengevoegd met vijftien kleinere polders, waaronder de Polder Buitenhuizen.