In 1972 troffen de gemeenteraden van de gemeenten Beverwijk, Castricum, Heemskerk, Uitgeest en Velsen een gemeenschappelijke regeling voor de verwerking van afvalstoffen: de gemeenschappelijke regeling afvalverwerking IJmond, waarvan het rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam Centraal Afvalverwerkingsbedrijf IJmond (CAIJ) genaamd was. De regeling trad op 1 oktober 1972 inwerking. Doel was het verwerken van afvalstoffen (huis-, straat-, bedrijfs-, markt- en grofvuil, modder uit straatkolken, septictanks en beerputten, zomede uitgegist slib uit rioolwaterzuiveringsinstallaties), te bereiken door verwerking van afvalstoffen centraal te regelen op nader door het algemeen bestuur aan te wijzen terreinen. Het secretariaat van het algemeen en het dagelijks bestuur van het CAIJ was gevestigd bij de gemeente Heemskerk. Het algemeen en het dagelijks bestuur werden bijgestaan door een Technische commissie. De Technische commissie werd gevormd door de directeuren van de diensten of bedrijven, welke in de gemeenten belast waren met de gemeentereiniging. Het algemeen bestuur van het CAIJ had plannen om een vuilverbrandingsinstallatie te gaan bouwen. De bouw hiervan werd gegund aan het Duitse bedrijf Claudius Peters AG. Uiteindelijke ging de bouw van de vuilverbrandingsinstallatie niet door. De dossiers omtrent de voorgenomen bouw van de vuilverbrandingsinstallatie zijn echter wel bewaard. De plannen veroorzaakten namelijk veel maatschappelijke beroering en kregen veel media-aandacht. In 1976 werden de eerste besprekingen gehouden tussen de deelnemende partijen over de opheffing van de gemeenschappelijke regeling. Voorts werden besprekingen gevoerd met de gemeente Zaanstad over verregaande samenwerking inzake vuilverwerking. De gemeenten Castricum en Uitgeest gaven er de voorkeur aan om aan te sluiten bij de Gemeenschappelijke regeling vuilverbrandingsinstallatie Alkmaar en omstreken. Met ingang van 1 oktober 1980 werd het Centraal Afvalverwerkingsbedrijf IJmond opgeheven.