Overzicht relaties

Commissie voor de Bestrijding van de Malaria door de Bevolki...

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Identiteit
Andere namen
Malariacommissie te Amsterdam
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1923
Einddatum
1962
Plaatsen
Amsterdam
Geschiedenis

Vroeger was malaria ook in ons land een gevreesde ziekte. Met name Zeeland, Friesland en Noord-Holland hadden regelmatig te kampen met zware epidemieën. Toen omstreeks 1918 opnieuw een ernstige epidemie uitbrak in Noord-Holland, kreeg de Geneeskundig Inspecteur in de geteisterde provincie opdracht de hoogste prioriteit te geven aan de oplossing van het malariavraagstuk. Ter uitvoering hiervan werd aan hem een tijdelijk inspecteur toegevoegd en uit malariadeskundigen een begeleidingscommissie samengesteld. Voor de daadwerkelijke bestrijding benoemde men een aantal spuitploegen. Deze organisatie was zeer kostbaar en al spoedig leidden het bezuinigingsstreven van de regering en de resultaten van recente onderzoeken dan ook tot een verandering van koers. Men had ontdekt dat met malaria besmette muggen vrijwel uitsluitend voorkwamen in woningen van malariapatiënten. De bestrijding zou daardoor efficiënter, maar ook goedkoper zijn als de bevolking zélf de zich in eigen woning bevindende muggen ging vernietigen. Om deze zelfwerkzaamheid onder de bevolking te propageren besloot men opnieuw een commissie in te stellen. Deze werd op 22 december 1923 als Commissie voor de Bestrijding van de Malaria door de Bevolking van Noord-Holland geïnstalleerd door de Geneeskundig Hoofdinspecteur van de Volksgezondheid. Langzamerhand drong het tot de commissie door, dat haar doelstelling door de aanhoudende financiële beperkingen niet haalbaar was. Daarom werd uiteindelijk het besluit genomen zelf de bestrijding ter hand te nemen, in plaats van zich te beperken tot het voeren van propaganda. De ontdekking van DDT betekende een mijlpaal in de geschiedenis van de malariabestrijding. De malariacurve daalde na 1948 enorm. De commissie ging ter wille van de preventie steeds meer deelnemen aan het wetenschappelijk onderzoek van het malariavraagstuk. Omdat de kans op inheemse malaria in Noord-Holland nog niet helemaal mocht worden uitgesloten bleef de commissie nog actief tot 1962.

Beheer
Identificatiecode van de instelling
Noord-Hollands Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/3584c391-c3db-4b81-a703-a64973f44d29