Wegens problemen met afvalstromen, veroorzaakt door een te beperkte adequate verwerkingscapaciteit, is door de Provincie Noord-Holland de coördinatie van de verwerking van de afvalstromen in 1990 opgedragen aan de NV Ontwikkelingsmaatschappij Noord-Holland, zijnde een 100%-deelneming van de provincie. Een speciale groep provinciale milieuambtenaren, het Crashteam, adviseerde om een Afvalstoffen Coördinatiepunt op te richten, dat in nauwe samenwerking met samenwerkingsgebieden en gemeenten in noordelijk Noord-Holland en op basis van contracten met aanbieders en verwerkingsinrichtingen van afval, zou moeten zorgen voor de verwerking van het overschot aan huishoudelijk afval. Er werd een mantelovereenkomst gesloten met de Vuilverbrandingsinstallatie te Alkmaar, het Afvalverwijderingsbedrijf IJmond/Zaanstad, de NV Huisvuilcentrale Noord-Holland te Alkmaar en met een aantal gemeenten in de kop van Noord-Holland. In 1991-1992 breidde het verzorgingsgebied van de ACP zich verder uit. In 1992 werd gestart met de coördinatie van brandbaar bedrijfsafval. De afvalverwijderingsstructuur onderging in de periode 1992-1996 een ingrijpende verandering namelijk van storten naar zoveel mogelijk verbranden. Omdat de afvalcoördinatie zich in het economische verkeer moest bewegen werd een nieuwe NV opgericht op 1 oktober 1993: de NV Afvalstoffen Coördinatiepunt Noord-Holland (ACP) te Haarlem. De regulering geschiedde door middel van contracten met aanbieders, vervoerders en verwerkers met verschillende bewerkingsmethoden (storten, scheiden, verbranden). Als intermediair sturingsapparaat moest het ACP ervoor zorgen dat brandbaar afval bij de verbrandingsinstallaties werden aangeboden en voor het verevenen van de tarieven voor verbranden en storten. Voor het ACP kwam het einde inzicht bij de ingebruikname van de Huisvuilcentrale te Alkmaar. Op basis van een logistiek plan droeg het ACP er zorg voor dat de installatie voldoende aanvoer kreeg. Op 1 januari 1997 werd de ACP opgeheven.