De in 1959 opgerichte Nederlandse Kunststichting was een voortzetting van de in 1951 opgerichte Stichting Kunst en Gezin, die als doelstelling had: 'onder alle lagen der bevolking belangstelling te wekken voor de werken der Nederlandse Beeldende Kunstenaars.' Volgens de statuten van de Nederlandse Kunststichting was het doel het wekken van belangstelling voor de beeldende kunst, in het bijzonder voor de hedendaagse Nederlandse beeldende kunst. De stichting hield zich onder andere bezig met het samenstellen van collecties van beeldende kunst, bestemd voor tentoonstellingen en het vervolgens aanbieden van deze collecties aan anderen; het bemiddelen in de plaatsing van collecties die door anderen waren samengesteld en het doen ontwerpen en uitvoeren van documentair-educatieve collecties. In het bestaan van de stichting zijn twee perioden te onderscheiden. Van 1951-1971 stelde de stichting zelf tentoonstellingen samen en verspreidde deze. Van 1972-1983 maakte de stichting tentoonstellingen gereed en zorgde voor de verspreiding. Het fundamentele verschil met de eerste periode was, dat zowel de programmering als de collectievorming van de tentoonstellingen toen werden verzorgd door het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (later Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur). In 1984 werd de uitvoering van het rijksbeleid met betrekking tot de presentatie van beeldende kunst opgedragen aan de Rijksdienst voor Beeldende Kunst. Dit betekende de opheffing van de Nederlandse Kunststichting.